Waltensburg
Waltensburg ligt 1100 meter hoog op de zuidhelling van het Rijndal, hier Surselva genoemd. De Surselva is een 80 kilometer lang dal, met prachtige gletscherdalen aan de noordkant en lange, zonnige dalen in het zuiden. De bergdorpen liggen op glooiende zonneplateau's waar bossen en weides elkaar afwisselen. Hogerop wordt het landschap steeds ruiger.
Natuurliefhebbers komen in deze streek ruimschoots aan hun trekken. De bergen rondom Flims staan zelfs op de werelderfgoedlijst van Unesco! Ook kent het gebied een rijke geschiedenis en heerst er door de invloed van de zuidföhn verrassend vaak het warme "zuidklimaat" met vele zonuren en een lage luchtvochtigheid!
Waltensburg telt slechts ongeveer 350 inwoners en leeft hoofdzakelijk van de landbouw. Sinds enkele jaren neemt ook de bosbouw een belangrijke plaats in. Toerisme speelt nog steeds geen grote rol, hoewel het skigebied zich steeds verder ontwikkelt.
De voertaal in het dorp is Retoromaans, maar met Duits kunnen we ons goed verstaanbaar maken. Samen met de dorpen Andiast, Brigels, Rueun, Panix en Obersaxen wordt een bestuurlijke regio gevormd. Waltensburg is een reformatorische gemeente en bevindt zich daarmee op een geloofseiland in een overwegend katholiek bolwerk.
Langzaam is het dorp weer wat aan het verjongen. Verlieten in de jaren ’60 en ’70 vele jongeren het dorp om hun toekomst in de grote stad te zoeken, geleidelijk is nu een tendens speurbaar dat zij weer terugkomen of juist hier blijven en meer forensen. Dit komt de leefsfeer merkbaar ten goede. Voor de jeugd wordt veel gedaan, wat tot uitdrukking komt in het zeer actieve verenigingsleven in Waltensburg.
De kerk van Waltensburg
Als zelfs de ANWB-gids er meerdere bladzijden aan wijdt, moet er met dit kerkje toch wel iets bijzonders aan de hand zijn. Bijna dagelijks en van heinde en verre komen mensen dit gebedshuis bekijken. Niet zozeer om het kerkje zelf, als wel vanwege de uitzonderlijk mooie fresco’s die op de wand geschilderd zijn. Het kerkje stamt uit de 11e eeuw, maar had toen meer de afmetingen van een klein kapelletje. Het eigenlijke kerkelijke gebeuren vond namelijk plaats in de burchtkerk van de Jörgenburg. We moeten ons voorstellen dat de bewoning van het dorp in die tijd ook meer in die richting lag.
Rond 1300 werd het schip van de kerk vergroot en met de toren verbonden. Een volgende uitbreiding was nodig rond 1450, doordat de burchtkerk buiten gebruik raakte. Ook ontstond toen het koor aan de oostzijde van de kerk. De huidige kansel wordt pas in 1672 naar binnen gedragen. De laatste aanpassingen stammen uit de 18e eeuw. Dan wordt het overhangende dak geplaatst en de toren van een uivormig koepeldak voorzien.
Terug naar het jaar 1330 als hoogbegaafde kunstschilders in Waltensburg aankloppen en wat zien in het beschilderen van de kerk. De namen van deze schilders zijn nog altijd onbekend. Zij worden voor het gemak aangeduid met “Waltensburger Meister”. Gelijksoortige schilderingen van deze kunstenaars vinden we ook elders, maar nergens zo groots aangepakt als in Waltensburg.
Als in 1527 in Waltensburg de reformatie toeslaat moet het kerkje ook z’n katholieke jasje uittrekken. De mooie fresco’s worden weggewerkt onder een dikke laag kalk. Tijdens een opknapbeurt in de 30er jaren worden de fresco’s herontdekt en stukje bij beetje blootgelegd. Ze mogen dan weer zichtbaar zijn. De scherpe kantjes van de geloofstwisten zijn eraf.
Wilt u meer weten over deze bijzondere fresco’s, dan is in de kerk een boekje verkrijgbaar.
De burchten van Waltensburg
De geschiedenis van Waltensburg is tamelijk levend en laat zich vooral beschrijven door de vier burchten, het kerkje (en wat er om heen draait) en het gerechtsgebouw. De uitstekende overzichtelijke ligging van het dorp op een plateau boven de Vorderrhein was zeker voorbestemd om het dal te bewaken en te verdedigen.
Het is daarom weinig verrassend dat juist hier, op betrekkelijk klein grondgebied, vier burchten te vinden zijn. Twee van de vier burchten, of wat daar nog van over is, zijn te bezoeken, de andere twee zijn verstopt en alleen door kenners te bereiken via privé-grondgebied. Dus voor ons onbereikbaar!
De Jörgenburg / Munt Sogn Gieri
Dit is in de verre omtrek wel de grootste, imposantste en oudste burcht te noemen. De oudste geschriften over de burcht gaan terug naar het jaar 765. Sprake is er dan van een burcht mét kerk. De burcht heeft achtereenvolgens vele officiële en inofficiële eigenaren/ bewoners gehad en diende met name als toevluchtsoord bij onraad. Als eigendom van het klooster in Disentis was het een verdedigingspost op weg naar het klooster en verder naar het (Italiaanse) zuiden.
In de 13e en 14e eeuw komt de Jörgenburg onder feodale heerschappij te staan en vormde het een eenheid met de burcht Friberg bij Siat. Samen was dit het bestuurscentrum van “Het Heerschap Jörgenburg”, omvattend de plaatsjes Waltensburg, Rueun, Siat, Andiast en Schlans met het gerecht in Waltensburg. Rond 1500 kreeg dit gerecht de titel Hooggerecht als ook Obersaxen en Laax onder het gerecht Waltensburg komen te vallen. Bekend/berucht is deze tijd vanwege zijn vele “criminele” processen tegen de hekserij.
Strijd, véél strijd, kenmerkte de tijd rond de 14e eeuw, meestal waren de belastingpenningen de reden hiervoor, maar menigmaal ook de machtsstrijd tussen het bisdom Chur en het “opstandige” klooster in Disentis. Maar ook dan ging het vaak om geld of bezit! De Jörgenburg speelde steeds een bufferrol in deze gevechten. In 1424 wordt het Heerschap Jörgenburg officieel lid van het verbond van Graue Puren. Later wordt dit samen met andere Boerenbonden het Kanton Graubünden. Aan de vele vechterijen komt dan een eind, maar nu ontbrandt er een ander soort strijd…
In 1580 wordt de Jörgenburg door particulieren officieel verkocht aan de gemeente Waltensburg. Doch het klooster Disentis meent aan de burcht oude rechten te ontlenen. Na afscheiding van het katholieke geloof door Waltensburg én na betaling van een losbedrag voor de burcht en het gerechtsgebouw wordt in 1734 een streep gezet onder een zeer langdurig getouwtrek. (Zie de oorkonde op de foto hierboven). De burcht is dan inmiddels tot ruïne vervallen.
In de 30er jaren wordt de burcht dankzij schenkingen gerestaureerd. Veel bouwmateriaal blijkt dan inmiddels te zijn verdwenen in de huizen van Waltensburg, waardoor volledige restauratie onmogelijk is geworden. De ruïne zal daardoor wel altijd ruïne blijven. Maar wat er van over is, is zeer de moeite waard en vertelt u, als u er bent, een levendig verhaal over de rijke geschiedenis van deze streek.
Let u vooral op de stategische ligging en het grootse uitzicht richting Ilanz. Op weg naar de Jörgenburg vindt u de overblijfselen van de galgen (stenen zuilen) die gebruikt werden door het gerecht Waltensburg, met name in de tijd van de hekserij.
Kropfenstein / Casti Grotta
Deze imponerende, waanzinnig gebouwde en veel bezochte burcht roept nogal veel raadsels op, waarop nauwelijks antwoorden te bedenken of te vinden zijn. Wie bouwt er nu zoiets vreemds tegen de hang en met welk doel? De opdrachtgever moet gefascineerd zijn geweest door de leefwijze van een adelaar!
Hoe werd het bouwmateriaal op zijn plaats gebracht en hoeveel ongelukken zijn daarbij gebeurd? Waar was de ingang? In ieder geval niet op de plaats waar zich nu de toegang bevindt! Was het een hangbrug of een touwladder die kon worden ingehaald? Vermoedens gaan uit naar een van hout getimmerd looppad of trap!
De bouw van de burcht gaat vermoedelijk terug naar de 13e eeuw. Geschreven is hierover niets! De oudste bezitter die bekend is, is een Jacobus de Scrottenstein, doch het is de vraag of dit ook de eerste bewoner was. Aan te nemen is, dat deze Jacobus de Scrottenstein een zeer gewelddadig persoon moet zijn geweest die de omgeving behoorlijk koeieneerde. Hij vond na een proces tegen hem een roemloos einde: in 1328 werd hij in Rueun vermoord.
Van de daaropvolgende bewoners valt op dat dit allemaal personen zijn die om één of andere rede bescherming zochten. Veel van hen waren rechter of landsrechter. Dat het toch niet zo’n prettige plaats was om te wonen blijkt uit de vele bezitterswissels. Het is uiteindelijk meer een duiventil dan een adelaarsnest geworden. Als eind 15e eeuw het geslacht van Junker Jörg van Kropfenstein ophoudt te bestaan, is het eigenlijk ook gebeurd met de burcht.
Het bouwwerk raakt in verval en pas in 1956 wordt nader onderzoek gedaan. Dan wordt het ook toegankelijk gemaakt voor het publiek. Tot die tijd was het een geliefd klimobject van de Waltensburger jeugd.
Het onderzoek heeft geen uitsluitsel gegeven op veel brandende vragen. Nuchtere constateringen zijn dat het meerdere keren is afgebrand (wellicht was dit kwaaie wil van de bevolking?), dat het uit drie verdiepingen heeft bestaan en dat er eigenlijk helemaal niets is gevonden wat verdere verwijzing zou kunnen geven. Ook de wandreliëfs roepen meer vragen op dan antwoorden.
Al met al een merkwaardige creatie. Gaat u maar eens kijken. Op weg naar Brigels komt u er langs. Pas wel op, het is er niet ongevaarlijk en daarom niet geschikt voor kleine kinderen of voor mensen met hoogtevrees!